Op 14 maart van 15.00 tot 17.00 heeft het kennisatelier “Zorg in Onderwijstijd” plaatsgevonden in de Pauluskerk Rotterdam. Het programma bestond uit twee delen. Na afloop was er nog gelegenheid om na te praten met een borrel. De slides van het kennisatelier zijn te vinden onderaan deze pagina.
Het eerste deel stond in het teken van de ONZE-aanpak. Een aanpak waarbij zeven basisscholen met een kwetsbare leerlingenpopulatie verspreid over Rotterdam vier jaar lang (2019-2023) aan de slag zijn gegaan met de ONZE-aanpak (Onderwijs en Zorg Expertise). De essentie daarvan is dat de scholen hun team versterken met een gedragswetenschapper en extra handen in de school op het gebied van zorg, meestal in de vorm van onderwijszorgassistenten. Deze brengen extra expertise en capaciteit op het snijvlak van onderwijs en zorg in de school. De invulling kan op iedere deelnemende school licht verschillen.
Sheila (schoolmaatschappelijk werker) en Jeroen (gedragswetenschapper) deelden hun ervaringen met de ONZE aanpak vanuit de praktijk van basisschool Het Open Venster. Zij gaven aan dat de verbinding tussen het wijkteam en de school erg belangrijk is. Doordat zij onderdeel zijn van het schoolteam staan ze dichtbij de kinderen maar ook de ouders. Ze zijn bijvoorbeeld ook aanwezig op de ouderavonden. Hierdoor krijgt het wijkteam een vertrouwd gezicht en durven ouders ook makkelijker hulp te vragen. Doordat ze aanwezig zijn op de school kunnen ze goed in kaart brengen wat er speelt en arrangeren naar passende hulp.
Tijdens de vragen en discussie kwam de vraag waarom dit niet op het speciaal onderwijs werd gedaan. De reactie hierop was dat deze scholen eigenlijk niet heel veel verschillen met scholen die speciaal onderwijs bieden. Het doel van de ONZE aanpak is om meer binnen de school aan te pakken en op te lossen i.p.v. kinderen weg te sturen die problemen hebben, naar bijvoorbeeld speciaal onderwijs. Het is een keuze van de schoolbesturen geweest om voor regulier onderwijs te kiezen. Ook werd er gevraagd hoe er wordt doorverwezen naar zorg buiten de school. Hier is geen verkorte route voor, dit gaat gewoon via een aanmelding bij het wijkteam. Op de vraag wat er nu precies anders is in vergelijking met andere scholen, wordt uitgelegd dat in plaats van een paar uur schoolmaatschappelijk werk (SMW), er nu veel meer SMW tijd beschikbaar is. Kortdurende problemen kunnen door de schoolmaatschappelijk werker (SMW-er) nu zelf worden opgelost. Er wordt ook ondersteuning gegeven aan leerkrachten. Bijvoorbeeld op het gebied van omgaan met kinderen met autisme spectrum stoornissen. Op de vraag hoe de effectiviteit van deze aanpak gemeten wordt werd geantwoord dat dat voor een deel cijfermatig gebeurd, maar dat ook de waarnemingen van leerkrachten, intern begeleiders, schoolmaatschappelijk werkers, gedragswetenschappers en ouders worden meegenomen. Dit wordt gemeten met online enquêtes maar ook met intervisie sessies. Er zijn bijvoorbeeld geen thuiszitters op deze basisschool. Wat betreft jeugdhulpgebruik is er wel een boeggolf van signalen geweest in het eerste jaar. Voor de toekomst wordt nog nagedacht over hoe scholen dit zelf in stand kunnen houden met de bestaande middelen. Scholen geven zelf aan niet meer terug te kunnen. De financiering vanuit PPO is namelijk maar voor 5 jaar en loopt bijna af. De SMW-er is in dienst van Enver.
Het tweede deel ging over de School Zorg Teams. Sinds januari 2022 is gestart met de School Zorg Teams op scholen met een hoge weging. Op dit moment gaat het om 50 scholen. Er vindt uitbreiding plaats tot in totaal 125 scholen. Financiering verloopt via NPO middelen. Een School Zorg Team bestaat uit een intern begeleider, een schoolmaatschappelijk werker, iemand vanuit PPO en een wijkteam medewerker. De startsituatie van scholen kan verschillend zijn, sommige scholen hebben al een relatie met het wijkteam en andere scholen nog niet. Er wordt nog gekeken naar wat werkt en wat niet, er kunnen nog dingen gewijzigd worden. Het idee is om in 2024 een blijvende aanpak te hebben. Deze moet nog geborgd worden. Er wordt een evaluatie gedaan met alle scholen na 3 en 6 maanden. Ook worden er werksessies georganiseerd om te kijken wat succes indicatoren zijn: samenwerking, sociaal emotioneel leren en ouderbetrokkenheid. Deze punten worden meegenomen in de evaluatie.
Leila (schoolmaatschappelijk werker) en Coen (wijkteam medewerker) deelden hun ervaringen met de School Zorg Teams uit de praktijk van basisschool de Tamboerijn. Zij gaven aan dat het heel goed werkt om aan te sluiten bij de bestaande zorgstructuur. Deze zorgstructuur wordt versterkt omdat er korte lijntjes zijn met de juiste professionals. De zichtbaarheid van de schoolmaatschappelijk werker en het wijkteam op school werkt positief, de ouders zien je op school en dat wekt vertrouwen. Ook hoor je nu direct van de school welke problemen er spelen, normaal gaat dat altijd via de ouders.
Tijdens de vragen en discussie werd gevraagd in hoeverre er ook contact is met andere partijen, zoals bijvoorbeeld het CJG. Het CJG zit in het schooladviesteam en is dus wel in beeld bij de school en de professionals voor opvoedondersteuning. Ook werd er gevraagd hoe de hulpvraag wordt geformuleerd. Normaal meldt de schoolmaatschappelijk werker een kind aan bij het wijkteam, nu wordt er geprobeerd om de eigen wijkteam medewerker van de school betrokken te laten zijn bij de aanmelding, zodat er een warme overdracht naar het wijkteam mogelijk is. Op de vraag of er ook preventieve partijen meedoen, omdat het wijkteam niet altijd nodig is, wordt het volgende aangegeven: Deze partners (als Indigo, Avant Sanare) worden uitgenodigd op de koffie ochtenden om ze te laten vertellen over hun aanbod. Ook zijn er nieuwsbrieven vanuit de schoolmaatschappelijk werker.
Tot slot werd er nog gesproken over de verschillen en overeenkomsten van de ONZE aanpak en de School Zorg Teams. Er zijn veel overeenkomsten, de School Zorg Teams zijn eigenlijk ontstaan vanuit de ONZE aanpak. Bij de ONZE aanpak ligt de focus meer op de aanpak binnen de school, bij de School Zorg Teams ligt de focus op een vroege inzet van hulpverlening en versterken van samenwerking. Bij schoolzorgteams is er ook een duidelijke doorgaande lijn vanaf de peuterspeelzaal aanwezig.
De voorzitter van het kennisatelier Eva de Jong van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) geeft aan dat er binnenkort een publicatie beschikbaar komt bij het NJI over de effectiviteit van de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp. In de nieuwsbrief van ST-RAW zal een link hiernaar worden gedeeld.
De slides van het kennisatelier zijn hier te bekijken.