Leren van de Schotse aanpak

Waardengericht werken in de wijk: een inspiratieochtend in Spijkenisse

Veiligheid? Zaak van de politie. Onderwijs? Voor de leraren. Armoede? Het probleem van gemeenten. Bijna vijftien jaar geleden ging het er zo aan toe in Schotland. Maar het tij is gekeerd. Ronnie Hill, ambassadeur van GIRFEC (Getting It Right For Every Child) vertelt in Spijkenisse over de organisatie, de aanpak en de successen van het nationale jeugdbeleid. Jeugdzorgprofessionals en beleidsmakers uit de regio luisterden aandachtig. Wat kunnen wij leren van de Schotse aanpak? En hoe sluiten best practices uit onze regio daaropaan?

Download hier de bijbehorende presentatie.

Ronnie Hill, GIRFEC (vanuit Health and Social Care Alliance)
De Schotse Ronnie Hill begint zijn verhaal met de oprichting van Getting It Right For Every Child. “Het was een nationale noodzaak. De Schotse overheid besloot in 2006 dat ze niet genoeg deden voor de kinderen van het land.” Ronnie schetst de situatie: “Partijen die met kinderen werken opereerden elk op een eigen eiland. Elke organisatie had alleen een eigen doel voor ogen, met een eigen budget en eigen orders. Overleg was er niet. Veiligheid? Zaak van de politie. Onderwijs? Voor de leraren. Armoede? Het probleem van gemeenten en jeugdzorg.”

Onderling overleg ontbrak, maar ook het raadplegen van de ouders en de kinderen zelf. “Als het om hen draait, moeten zij dan niet centraal staan in het overleg en in het gesprek?” Een pittige uitdaging in de autoritaire, hiërarchische, protestantse inborst van de Schotten. Ronnie: “Als de dokter of leraar iets zegt, dan ga je niet in discussie. Dan luister je; niet andersom.”

Dat moet anders: welzijn van kinderen moest een taak worden van de gehele gemeenschap, en de stem van het kind en diens ouders staat op de eerste plaats. Niet opleggen, maar samenwerken.

Alle belangrijke partijen – jeugdzorgspecialisten, leraren, lokale politiek, jeugdgezondheidszorg-professionals, politie, (tand)artsen, vrijwilligersorganisaties, kinder- en sportclubs en de allerbelangrijkste gesprekspartners: de kinderen zelf – gingen met elkaar in gesprek en vroegen zich af: waar staan we nu? Waar willen we heen? Ronnie: “We stelden een gemeenschappelijk doel: een hogere levensstandaard voor ieder kind in het hier en nu. Maar de toekomst doet er ook toe. Daarom is het tweede doel: betere kansen voor de start van het volwassen leven later.”

Op basis van deze visie formuleerden de Schotten gedeelde waarden. Ronnie: “Iedereen stond erachter en iedereen kon er iedere dag mee werken. Ongeacht je beroep of je rol in de samenleving.” Ronnie vertelt over de volgende kernwaarden:

  • Welzijn van kinderen is niet op te delen in verschillende facetten: politie houdt zich bijvoorbeeld niet alleen bezig met veiligheid van een kind, een leraar niet alleen met de prestaties en punten, de dokter niet alleen met ziekte. De ‘whole child approach’ is een belangrijk uitgangspunt van GIRFEC. Een hulpmiddel hierbij is de Wellbeing Wheel; in het Nederlands vertaald de kansencirkel.
  • Zelfstandigheid en veerkracht van het gezin moet optimaal zijn: iedereen heeft kwaliteiten en talenten in zich. Die moeten we belichten, in plaats van de problemen.
  • Niet iedereen is gelijk, maar iedereen verdient een eerlijke, gelijke kans: kinderen hebben allemaal verschillende achtergronden. Maar het moet niet uitmaken waar je vandaan komt, uit wat voor een gezin. Een kind moet ongeacht een fysieke, mentale of financiële beperking kunnen spelen, leren en zich kunnen ontwikkelen.
  • Iedereen moet veilig opgroeien: veiligheid voor kinderen draait niet alleen om beschermen. Het is ook kinderen handvaten geven om zelf met gevaar en met risico’s om te gaan. Anders houd je ze klein en kwetsbaar: “Don’t wrap your child in cotton wool.” Toch moet je goed in de gaten houden wat de risico’s zijn en wanneer je ingrijpt. In de Weerbaarheid/Kwetsbaarheids-matrix beschrijft GIRFEC wat er moet verschuiven voor een veilige situatie en dus optimale ontwikkeling.
  • Als kinderen centraal staan, beslissen zij ook zelf (met hulp van de ouders): het gezin heeft het absolute beslisrecht over het kind. Alleen als ze in extreme situaties niet de capaciteit hebben om die beslissingen op een goede manier te maken, grijp je in. Als hulpmiddel heeft GIRFEC een ‘Ervaringsdriehoek’ opgesteld.
  • Steun is altijd op maat: de hulp die we bieden is proportioneel qua inzet, tijd en geld (niet te veel, niet te weinig, niet te vroeg, niet te laat). Soms is advies of het aanwijzen van mogelijkheden voldoende. Voor andere kinderen is een gecoördineerde aanpak nodig, lang- of kortdurend.
  • Het gezin kan een goed geïnformeerde keuze maken: niemand kan het heft in eigen handen nemen en oprecht betrokken zijn zonder de juiste informatie. In Schotland maken ze alle relevante informatie begrijpelijk en toegankelijk, ook voor kinderen. Bijvoorbeeld met plaatjes, filmpjes en ook gebarentaal. Om het gesprek onderling en met professionals makkelijker te maken heeft GIRFEC Deze worden visueel weergegeven in de Wellbeing Wheel. Let wel, dit zijn geen scorekaarten zoals we die kennen bij de psychologen. Dit is niet wetenschappelijk of een assessment, de indicatoren moeten juist te gebruiken zijn binnen het gezin en als hulpmiddel bij een informeel gesprek als gemeenschappelijke taal.
  • De systemen waarin je deelt houden rekening met privacy: databescherming en privacy zijn in Europa wettelijk geregeld. Dat is een uitdaging. Je kunt geen gecoördineerde, multidisciplinaire aanpak opzetten zonder informatie te delen. Hierop moeten de systemen ingericht zijn. Ouders en kinderen moeten weten welke gegevens er gedeeld worden, waarom en wat ermee gaat gebeuren. Dit vraagt om extra tijd, energie en inzet.
  • Het complete veld van kinderwelzijn is geïnformeerd over de waarden en manier van werken: alle professionals (en informele partijen) die met kinderen te maken krijgen moeten op de hoogte zijn van deze waarden en ontwikkelingen, en ze moeten toegang hebben tot trainingen om hieraan bij te dragen. Vraag ze om mee te denken over de ontwikkeling van de training. Zo kun je de waarden op een natuurlijke manier versterken. Om het nationale praktijkmodel op weg te helpen, heeft Ronnie een lijst met vragen waarmee de jeugdprofessional aan de slag kan om het kind centraal te houden en proportionele hulp te bieden:
    – Wat staat er in de weg voor het welzijn van het kind?
    – Weet ik genoeg over dit kind en diens situatie?>
    – Met wie moet ik erover praten?
    – Wat kan ík doen (zonder over te dragen)?
    – Wat kan mijn organisatie doen?
    – Heb ik hulp van anderen nodig en hoe coördineer ik dat?
  • Deze waarden, valkuilen, doelen en resultaten worden circulair herzien: welzijn voor kinderen in de praktijk mag je niet lineair bekijken. Het is niet ‘af’ op een bepaald punt. Je moet blijven opletten, je herziet waar nodig en je blijft leren.

“Om deze waarden te faciliteren moet je niet alleen aan de cultuur sleutelen, maar ook de systemen erop inrichten”, besluit Ronnie zijn betoog. “Ten eerste zodat iedereen met elkaar in contact kan komen. Ten tweede om plannen te maken voor individuen én voor de hele gemeenschap. Die plannen moeten er komen voor de korte termijn én voor de lange termijn – onafhankelijk van politieke cycli. Op die plannen kun je langetermijn-budgetsystemen bouwen, die verdeeld worden over afdelingen, instellingen en beroepsgroepen heen.” Hij krijgt een daverend applaus.

Lokaal gezien: mooie voorbeelden uit het Oude Noorden (Rotterdam) en uit Nissewaard
Wat er in Schotland op nationaal niveau gebeurt, zien we op gemeentelijk niveau terug in Nissewaard, en op wijkniveau in het Oude Noorden. Eerst de pedagogische wijkvisie van Gemeente Rotterdam in het Oude Noorden: Sandra van de Hildegardisschool en Sabine van het Kinderparadijs betreden het podium. “De gemeente nodigde ons uit om samen wijkwaarden te formuleren. Ook dachten ze mee over hoe we die waarden moeten overbrengen op kinderen en op professionals. Het visuele aspect is erg belangrijk. Met zelfverzonnen illustraties en zelfvormgegeven hulpmiddelen houden we de wijkwaarden in leven. Op placemats staan geheugensteuntjes per leeftijdscategorie. En er is een mooi filmpje waarin de wijkwaarden uiteindelijk worden uitgelegd.”

“Wijkwaarden het Oude Noorden. Het Oude Noorden in Rotterdam is een fijne plek om op te groeien. Kinderen opvoeden doen we hier samen, iedereen in de wijk is hier nodig. Natuurlijk de ouders, maar ook de leerkracht, spelmakers en jeugdwerkers, trainers en coaches, de wijkagent en de buurvrouw of buurman. Samen delen we één visie en delen we de wijkwaarden: positiviteit (wacht niet op een goeie dag, maak er een), autonomie (ik ben ik en jij bent jij), creativiteit (anders is ook leuk) en respect (respect voor een ander begint bij jezelf). Hoe beter we samenwerken, hoe prettiger de wijk wordt. Doe je mee?”

Ook in Nissewaard werden gesprekken gevoerd over uitgangspunten voor wijkgericht werken, vertellen Nadja en Veronica van de gemeente. “Niet met beleidsmakers of bestuurders. We nodigden juist alle uitvoerders uit om over kinderen en over de wijken te praten. Gemeente Nissewaard is te divers voor een integrale aanpak”, leggen de dames uit. “Daarom is maatwerk per gebied belangrijk. En luisteren naar mensen die met kinderen werken.” De bevindingen die in de gesprekken werden gedeeld, bleken naadloos aan te sluiten op de vele wetenschappelijke onderzoeken en data over het functioneren van de jeugdhulp: er is behoefte aan meer regie tussen alle instanties en afdelingen. Nadja: “Het overzicht was kwijt. Per wijk hebben we daarom een aansluitingscoördinator aangewezen die precies weet wie wat doet in één gebied. Die verbindt mensen, maar ook vragen en antwoorden.” Met dit verhaal nodigden de dames vervolgens de bestuurders en beleidsmakers uit. Ze vroegen niet aan hen ‘wat heb je te bieden?’ maar vertelden juist ‘dit is wat jullie medewerkers nodig hebben om kinderen en ouders te ondersteunen, laten we dat voor elkaar krijgen’.

Eén signaal komt in beide verhalen duidelijk naar voren. De waarden, de wensen en de verwachtingen komen organisch naar voren. Door met elkaar te praten, buiten je eigen hokje, met constante aandacht voor het doel: optimale ontwikkelingskansen voor alle kinderen. Ze worden niet opgelegd door bestuur of beleid, maar gaan eraan vooraf.

Om meer te lezen biedt GIRFEC een bronnenlijst waarin iedereen die meer wil weten zich kan bijspijkeren. Download hier de presentatie met o.a. de bronnenlijst.

Over de auteur Bekijk alle berichten

ST-RAW

De academische werkplaats in Rotterdam ST-RAW wil jeugdigen en gezinnen meer gebruik laten maken van hun eigen kracht. Het motto: ‘zelfredzaam waar het kan, ondersteunen waar het hoort en doorpakken waar het moet.’