Het begrip ‘Eigen Kracht’ blijkt bij veel organisaties een kernwaarde te zijn. Maar wat is het precies, hoe zet je het in voor de jeugdhulpketen en wat zijn de resultaten? In dit tweede kennisatelier van ST-RAW van de gemeente Rotterdam formuleren diverse experts antwoorden op deze vragen. Ook is er plek in het programma voor ervaringsdeskundigen. Stof genoeg voor boeiende discussies.
Zo’n vijftig deelnemers aan dit kennisatelier (hulpverleners, onderzoekers en beleidsmakers), krijgen eerst een overzicht van Gerda Rodenburg van onderzoeksbureau IVO. Leidende onderzoeksvraag: ‘Doen we de juiste dingen om Eigen Kracht in gezinnen te versterken?’ Het IVO keek naar de invulling van het nieuwe Rotterdamse jeugdbeleid, naar de manieren waarop Eigen Kracht in wijken wordt aangeboord en inventariseerde Eigen Kracht methodieken in de jeugdhulpketen. Rodenburgs verhaal gaat over methodieken en interventies die in de literatuur te vinden zijn en in de praktijk gebruikt worden, of ze nou wel of niet evidence-based zijn.
Volgens de ondervraagde instellingen biedt een Eigen Kracht interventie aan deelnemers kennis en vaardigheden, een sociaal netwerk, motivatie en durf. Rodenburg vond 65 verschillende Eigen Kracht interventies, waarvan de meeste bij één aanbieder onder dak zijn. Over bereik is weinig informatie; dat varieert van één gezin per jaar tot vijftig per maand. Het hangt er natuurlijk ook vanaf hoe je Eigen Kracht definieert. Veel programma’s en interventies zijn sowieso al gericht op zelfredzaamheid. Van de 65 interventies kwam Rodenburg er drie tegen die ook in literatuurstudies voorkomen, namelijk de bewezen effectieve Incredible Years en Triple P en deels effectief: Home-Start.
Buurtcirkel
Een Eigen Kracht methodiek is de Buurtcirkel van Pameijer.
Mensen die bij elkaar in de buurt wonen en een ondersteuningsvraag hebben, vormen samen met vrijwilligers een groepje. Soms koken en eten mensen met elkaar of ze laten samen de hond uit, of gaan met elkaar mee naar het ziekenhuis of de gemeente, het kan van alles zijn. Marleen Wolters van Pameijer laat een filmpje van de Buurtcirkel zien:
Vervolgens vertelt ze: ‘Het gaat om gewaardeerde rollen in de samenleving, zoals die van buurman of vriend, waardoor mensen weer zelf hun weg kunnen vinden en sociale contacten hebben.’ Een Buurtcirkel heeft een professionele coach die het netwerk op weg helpt en op enige afstand begeleidt.
Op het podium vertelt een moeder over haar behoorlijk autistische zoon. Hij is kunstenaar bij Herenplaats en wilde zelfstandig wonen. ‘Maar hoe?’ vroeg moeder zich vertwijfeld af. ‘We kwamen in contact met de Buurtcirkel en er ging een wereld voor me open. Ik moest eraan wennen dat de coach niet met mij sprak, maar met mijn zoon. Ik moest leren om los te laten en dat is moeilijk als iemand altijd veel zorg nodig heeft gehad. De Buurtcirkel heeft een groepsapp, ze maken veel uitstapjes en de deelnemers leren steeds nieuwe sociale vaardigheden. Mijn zoon woont nu zelfstandig en is competent, hij is zelfs af en toe bemiddelaar in situaties. Hij kan redelijk goed grenzen en wensen aangeven. Wij zijn nu geruster over de toekomst. Maar als de Buurtcirkel zou verdwijnen, zou hij eenzaam worden.’
Ook twee jongvolwassenen vertellen over hun ervaring als deelnemer aan een Buurtcirkel in Dordrecht, waardoor ze meer regie over hun leven kregen. Iemand uit de zaal vraagt wat nou het meeste helpt. Antwoord: ‘Dat iemand mij niet ziet als een mens met een label, maar gewoon ziet wie ik ben.’ En de ander: ‘Ik wil geen hulp op een kinderachtige manier, ik wil gewoon als volwassen mens gezien worden.’ Beiden zeggen zich sterker te voelen door te leren kijken naar positieve kanten en naar de mensen die om je heen staan. De Buurtcirkel helpt daarbij.
Familie Netwerk Beraad
Alex Deuning, gespecialiseerd spoedambulant hulpverlener van Stek Jeugdhulp, en gedragswetenschapper Roland Schorning vertellen vervolgens over de Eigen Kracht methodiek van het Familie Netwerk Beraad (FNB).
Deuning komt in beeld bij een crisis en mag maximaal 28 dagen in het gezin blijven. In de 32 uur die hij werkt kan hij drie gezinnen tegelijk als caseload hebben. ‘Ik zoek naar een eigen netwerk rond het gezin, dat kan blijven als ik weer weg ben en ook beschikbaar is op tijden dat ik er niet ben. Ik zet mensen positief in hun kracht daardoor pakken ze vanzelf de regie. Ik vraag vaak een gedragswetenschapper bij het familieberaad om meer begrip voor het gezin te kweken. Anders blijf je steken in goedbedoelde maar geijkte adviezen. Er komen altijd veel emoties naar boven. Als
het familieberaad gevormd is met een Eigen Kracht conferentie, verdwijnen alle hulpverleners en moet het familieberaad er met elkaar uit komen. Na vijf of zes weken kom ik weer terug.’
De zaal heeft vragen.
Bijvoorbeeld de vraag hoe duurzaam deze netwerken zijn. Deuning zegt daar niet altijd zicht op te hebben maar vertelt ook dat in de methodiek ingebouwd zit dat er nadruk ligt op het blijven bestaan van het netwerk.
Discussieleider Szabinka Dudevsky (Hogeschool Rotterdam) vult aan dat er onderzoek is gedaan naar Eigen Krachtconferenties. Bij het verminderen van jeugdproblematiek werkt de methodiek goed. Bij problemen rond armoede van volwassenen slaagde het minder, omdat er geen netwerk was en mensen geen vertrouwen hadden in het instrument.
Andere vraag is voor welk soort problemen deze methodiek geschikt is. Deuning: ‘Voor alle problemen, ook multiproblem situaties. Een Eigen Kracht conferentie of familieberaad hoeft niet per se in een crisissituatie. Ik probeer collega’s van het nut te overtuigen, maar het is redelijk complex.’
Een andere opmerking vanuit de zaal is dat de Eigen Kracht conferentie niet bekend is bij de wijkteams. ‘Daar kan nog een grote slag geslagen worden.’
Hestia
Meisjes die slachtoffer worden van loverboys staan vaak niet open voor hulp en zijn opstandig, terwijl ze risicovol gedrag vertonen. De Eigen Kracht methodiek van Hestia richt zich speciaal op deze groep met het bevorderen van eigenwaarde en autonomie. Dat gebeurt met een afgewogen mix van aandacht, zorg en veel luisteren. Sinds oktober 2014 heeft Hestia een eigen locatie in Rotterdam. Tom Jordan is hier afdelingscoördinator vanuit Horizon Jeugdhulp & Onderwijs en Inge Bramsen is gedragswetenschapper bij de Hogeschool Rotterdam. Samen vertellen zij hoe Hestia functioneert. De naam Hestia verwijst overigens naar de godin van het huiselijk haardvuur en dat is niet voor niets. Op basis van literatuuronderzoek en interviews met meiden en ouders schreef Bramsen een methodiekhandleiding volgens de aanbevelingen van de commissie Azough. ‘Een methodiek die gedragen wordt door het team en die we voortdurend aanpassen op basis van ervaringen’, zegt Bramsen. Het gaat om vijf kernthema’s (traumasensitief, genderspecifiek, vergroten eigenwaarde en zelfbepaling, gezonde relaties en cultuursensitief) waarmee op werkkaarten wordt gewerkt. De sprekers vertellen hoe hun aanpak uit de gangbare methodiek stapt zoals die bij gedwongen opname in de gesloten jeugdzorg wordt ingezet. ‘Drang en dwang: niet doen!’ adviseert Bramsen. ‘Je moet voortdurend heel veel uitleggen, luisteren, betrouwbaar zijn, de interne motivatie aanspreken, verbondenheid met anderen creëren.’ De meiden bepalen waar ze over een jaar willen zijn en stellen wekelijks een zelfbedacht doel. Ze mogen zelf een team samenstellen van mensen die ze vertrouwen. Ook presenteren ze zichzelf regelmatig rond persoonlijk meesterschap en eigen regie. De gemiddelde duur van de behandeling is negen tot twaalf maanden, soms is er een terugval.
De zaal vraagt wat de aanpak van Hestia onderscheidt van andere aanpakken rond loverboys (Jordan spreekt trouwens liever van ‘mensenhandel’). Bramsen: ‘Hestia is de enige met een specifieke locatie voor deze groep. Verder is bij ons de sfeer streng maar geborgen, het is een prettige plek. Meiden krijgen ruimte om zelf keuzes te maken. Hestia is specifiek voor meiden die bij aanvang niet gemotiveerd zijn. En er is samenhang tussen de componenten, met de werkkaarten. Verder is ons team heel divers, met allerlei verschillende culturen.’
Discussie
Eerder genoemd discussieleider Dudevsky leidt een gesprek met de zaal aan de hand van discussiepunten. Zoals: op grond waarvan kies je als professional voor een bepaalde interventie die Eigen Kracht versterkt?
Antwoorden uit de zaal: ‘Ervaringen van anderen zijn belangrijk.’ En: ‘Als de methodiek motiverende gespreksvoering en oplossingsgericht werken hanteert.’
Een ander: ‘Er staan mooie interventies in de kast maar er wordt beperkt gewerkt met vanuit de cliënt vraaggerichte technieken.’ Iemand anders zegt dat de Buurtcirkel dat wel doet. Op de vraag of je kiest voor evicence-based of practice-based technieken lijkt er overeenstemming in de zaal te zijn: ‘Evidence-based waar mogelijk, maar ook zeker nieuwe dingen proberen.’
In de zaal zit iemand van het Nederlands Jeugd Instituut die vertelt dat deze organisatie een databank heeft met 200 bewezen effectieve interventies (van de 7000 die er bestaan…). ‘Het is onze meest bezochte website.’
Zie www.nji.nl/nl/Databank/Databank-Effectieve-Jeugdinterventies
Een ander discussiepunt is de vraag of werken met Eigen Kracht de rol van de hulpverlener verandert. ‘Meer loslaten, minder invullen, meer kijken wat cliënt zelf in huis heeft’, zijn veelgehoorde opmerkingen. Inge Bramsen vult aan hoe uit onderzoek blijkt dat het de kunst is om aan te sluiten bij de jongere, kleine stapjes te zien en die te waarderen, in plaats van grote stappen te verwachten. Uiteindelijk is de zaal van mening dat de term ‘hulpverlener’ bij Eigen Kracht de lading niet meer dekt. Je bent meer een coach of ondersteuner. Zijn we er klaar voor om die knop om te zetten en dus niet meteen met oplossingen te komen?
Een volgend punt zijn de grenzen waar je bij Eigen Kracht tegenaan loopt. Iemand wil graag ‘grenzen’ vervangen door ‘mogelijkheden’. Een ander waarschuwt dat er soms te veel verwacht wordt van Eigen Kracht. ‘Soms gaat het te snel, waardoor je mensen kwijt raakt. Er zijn situaties waar méér nodig is, begeleiding naar de kredietbank bijvoorbeeld.’
Het laatste discussiepunt gaat over inspiratie voor het werken met Eigen Kracht. ‘Mensen kunnen veel meer dan je denkt. Niet alleen cliënten, ook je collega’s en dat inspireert mij’, vindt iemand. Een ander, die op Zuid werkt: ‘Veel ouders moeten hun weg nog vinden in Nederland en desondanks doen ze er veel aan om hun kinderen vooruit te helpen. Het uitgaan van mogelijkheden, kijken waar talenten zitten, standaarden loslaten maar meer kijken naar waar iemand vandaan komt, dat is mijn inspiratie.’
Voor meer informatie zie:
https://www.zonmw.nl/nl/onderzoek-resultaten/jeugd/effectief-werken/3a-consortiaeffectiviteit-psychosociale-interventies-jeugd/
Wilma Jansen, kennismakelaar van de gemeente Rotterdam en coördinator ST-RAW sluit dit kennisatelier af met de observatie dat er veel interventies bestaan die Eigen Kracht versterken. ‘Uit wat we hier allemaal horen is het belangrijk om op te letten of je voldoende vraaggericht werkt.’