1e Kennisatelier “Hoe bereik je migrantengroepen in jeugdhulpketen?”

One size does not fit all ‘Hoe bereik je migrantengroepen in de jeugdhulpketen?’ Dat was de centrale vraag van het eerste kennisatelier in de gemeente Rotterdam in gebouw De Heuvel. Professionals uit Amsterdam, Den Haag en Rotterdam deelden hun kennis en ervaring. Sleutelbegrip: ‘cultuursensitief handelen’. Maar wat is dat dan en hoe doe je dat? Van interventiemeetladder tot opvoedingsondersteuning en van ervaringen delen tot beleidsbeïnvloeding, het kwam deze middag allemaal aan bod.

Niet-westerse jeugd is oververtegenwoordigd in zware jeugdzorg als voogdijmaatregelen, gesloten jeugdzorg en jeugdreclassering. Dat is zorgelijk. Vandaar het onderwerp van dit kennisatelier, georganiseerd door ST-RAW. Marjolein Distelbrink van het VerweyJonker Instituut vertelt over de meetladder die in 2009 is ontwikkeld om de effectiviteit van interventies en methodieken te screenen. ‘De meetladder is een houvast en is ook bruikbaar als reflectie op je eigen werk’, zegt Distelbrink. De ‘Meetladder Diversiteit Interventies’ is te downloaden van www.verwey-jonker.nl Distelbrink vertelt ook over Triple P (Positief Pedagogisch Programma) en het onderzoek dat hiernaar gedaan is door Kenniswerkplaats Tienplus. ‘Dit programma is ook geschikt voor veel niet-westerse ouders, ze kunnen hun eigen doelen bepalen. Het is vooral succesvol als opvoedhulp.’ (Voor tips over Triple P Divers zie: http://www.kenniswerkplaatstienplus.nl/projecten/afgerondeprojecten/triple_p_divers)

Een korte zaaldiscussie vraagt aandacht voor de periode vóór interventies. Distelbrink: ‘Klopt! Dat gebeurt ook. Een ingang vinden, begrijpelijk overkomen bij ouders, dat is voor ons allemaal belangrijk. Er is bijvoorbeeld onvoldoende verbinding met de goede dingen die bij migranten zelforganisaties gebeuren.’

Samen voor de jeugd
Volgende spreker is Krista van Mourik, onderzoeker bij het LUMC en betrokken bij de academische werkplaats ‘Samen voor de jeugd’. Zij vertelt dat ook in Den Haag de opvoedingsondersteuning generiek is voor alle ouders. ‘Het specifieke aanbod is weggevallen. Maar wat blijkt? Er leven bij alle ouders zorgen over hun kinderen rond gedrag, gezondheid en invloeden van internet of vrienden. Voor nietwesterse ouders komt daar nog eens bij het opvoeden in twee culturen en de zorgen over een laag inkomen.’ Van Mourik trok met een onderzoeksteam de Haagse wijken in met de opdracht: ‘luisteren, vergelijken, verbeteren’. Ze sprak met ouders over opvoedonzekerheid, sociale steun, opvoedvaardigheden en consequent opvoeden in tijden van stress en emoties. Aan dat laatste, consequent opvoeden, bleek het te ontbreken in het opvoedingsondersteuningsaanbod, terwijl er wel behoefte aan was. Ook in Den Haag en Leiden werd gewerkt met Triple P. Er kwam een aparte module voor omgaan met stress en emoties, die overigens ook los te gebruiken is. Van Mourik: ‘Veel aanmeldingen voor dit programma kwamen via vrouwen- en migrantenorganisaties. We organiseerden de cursussen onder schooltijd van de kinderen en letten extra op taalgebruik, begrijpelijkheid en op de competenties van professionals. We merkten dat ouders er heel blij van werden om wekelijks bij elkaar te komen. Er kwamen ook allerlei andere thema’s bovendrijven, zoals heimwee. Het is mogelijk om een generiek aanbod aan te passen met modules op maat, op basis van de behoeften van de doelgroep en de competenties van professionals. Want: ‘one size does not fit all.’

Discussieleider en kritische sidekick Toby Witte vraagt in de zaaldiscussie hoe je deze positieve ervaringen kunt omzetten in beleidsaanbevelingen. Binnenkort is er een groot congres, meldt Van Mourik, daar heeft ze goede hoop op. ‘Je kunt ook gesprekken organiseren met ambtenaren’, suggereert Witte. Opnieuw blijkt uit een korte zaaldiscussie dat taalgebruik en goed begrepen worden een belangrijk punt is. Van Mourik vindt ook: ‘Hulpverleners hebben helaas geen of weinig aansluiting bij bijvoorbeeld moskeeën en alle goede dingen die daar gebeuren.’ Meer informatie over de netwerkorganisatie waar Krista van Mourik onder andere voor werkt: www.samenvoordejeugd.nl.

Stichting MeSam
Vervolgens is de sprekersbeurt aan Leonieke Schouwenburg en Souad Achour van Stichting MeSam, een expertisecentrum dat zich inzet voor kwetsbare mensen. Ze vertellen hoe zij projecten starten op basis van knelpunten die ze horen van mensen in de praktijk, niet zozeer vanuit wetenschappelijk onderzoek. Een van die projecten is ‘Mooi Anders’, bedoeld om ervaringen te delen van ouders die een kind hebben met een mentale beperking.

Schouwenburg: ‘In migrantengemeenschappen bestaat meer moeite om een kind met een beperking te accepteren. We geven een beetje voorlichting, maar we willen ouders vooral over hun ervaringen laten vertellen, het taboe eraf halen. Een ernstige afwijking bij een kind is duidelijk en onontkoombaar. Maar een lichte beperking, het grijze gebied, dat ontkennen migrantenouders nog weleens. Of ze proberen gedrag te corrigeren met straf. De Rotterdamse directheid en het taalgebruik van artsen en andere hulpverleners schept soms verwijdering; ouders ontkennen het probleem, trekken zich terug. Zo lopen kinderen de zorg mis die ze nodig hebben. Juist daarom moet je wel cultuursensitief werken, met ruimte voor de behoefte van ouders en ondersteuning in de communicatie.’

‘Mooi Samen’ voorziet in dertig laagdrempelige ouderbijeenkomsten in moskeeën, scholen, Huizen van de Wijk, binnen de gemeenschappen en zonder de aanwezigheid van hulpverleners.‘We willen mensen bereiken die niet zelfstandig naar opvoedondersteuning komen. Voor ons is draagvlak heel belangrijk. We zijn gewoon begonnen op een zaterdagochtend bij de Afrikaandermarkt, voor ouders en ‘kinderen waar iets mee is’. Daarna volgde een expertmeeting en gesprekken met sleutelfiguren uit de gemeenschap. Na acht van de dertig bijeenkomsten hebben we 120 ouders bereikt. Soms huilende ouders die vertellen over hun pijn en verwachtingen. We hadden niet verwacht dat er zóveel naar boven zou komen.’ Meer informatie over MeSam: www.stichtingmesam.nl.

Live Online Leren
Ontwikkelen van trainingen, trainingen voor trainers en casuïstiekbespreking, dat zijn de ingrediënten van Live Online Leren (LOL) van de gemeente Rotterdam. Projectleider Ernie van der Weg vertelt als volgende spreker dat het doel van LOL is om bij professionals meer aandacht te kweken voor het bereik van groepen en competenties als vroegsignalering en cultuursensitief werken te vergroten. Met online werkvormen zoals een quiz, opdrachten, videofragmenten, casusbespreking en rollenspel zijn inmiddels zestig professionals getraind. De verschillende modules werken steeds aan het opbouwen van vertrouwen met cliënten en vergroten het culturele venster van hulpverleners. Van der Weg: ‘In 2016 hebben we ruimte om driehonderd professionals gratis te trainen.’ Ernie van der Weg is te bereiken op hj.vdrweg@Rotterdam.nl en meer informatie over LOL op www.ggzmigrantenjeugd.nl.

Zaaldiscussie
In een korte zaaldiscussie vraagt Toby Witte zich af wiens probleem de bereikbaarheid nou eigenlijk is. ‘Zijn dat migranten of professionals?’ Feit blijft dat de gemeente de oververtegenwoordiging van niet-westerse jeugd in de zware hulpverlening wil verkleinen. Feit is ook dat de nieuwe eisen in de transformatie van het sociale domein veel meer gaan om activeren en eerder signaleren, juist om het beroep op zwaardere hulp te voorkomen. Een suggestie uit de zaal is dat wijkteams meer outreachend zouden kunnen opereren.

Guido Walraven, lector Dynamiek van de stad bij Hogeschool Inholland, inventariseert vragen onder de ongeveer vijftig deelnemers aan dit kennisatelier. Die deelnemers zijn onderzoekers, stafmedewerkers en praktijkmensen, onder andere uit wijkteams. Overkoepelende vraag van het gezelschap: ‘Hoe kunnen we beter luisteren naar mensen? Niet zozeer cultuursensitief, maar menssensitief.’ Iemand benoemt de kloof met jongeren: ‘Jongeren hebben een hele andere, digitale werkelijkheid die wij niet kennen. Dan heb je de neiging om je toch weer tot ouders te richten. Maar waar voelen jongeren zich mee verbonden?’ Iemand suggereert om jonge studenten op Hogescholen te bevragen. En kijkend naar kansen, mogelijkheden en rolmodellen: er bestaan veel projecten die zich daarop richten. De vraag hoe je migrantenorganisaties beter kunt bereiken krijgt het antwoord: wees nieuwsgierig en vraag om ruimte binnen de beleidskaders. Een andere opmerking uit de zaal is dat je – bijvoorbeeld in een wijkteam – zaken tegenkomt waar je méér mee zou willen. Dit kan dan niet omdat je tegen procedures aanloopt. Professionals hebben bijvoorbeeld weinig ruimte om te helpen met het vinden van stageplekken. ‘Ik zie een verbitterde jeugd.’ 6 Walraven vindt dat de ervaringen uit het veld en de discussie van deze middag meer onder de aandacht moet komen van beleidsmakers. De zaal reageert loyaal: ‘we moeten het samen doen, niet alleen het beleid de schuld geven.’ Wilma Jansen, coördinator van ST-RAW vraagt of profs hun signalen voldoende kwijt kunnen. ‘Ja, maar het is niet altijd duidelijk wat ermee gebeurt.’

Conclusies
Jansen vat de opbrengsten van deze middag samen: in het werk extra letten op taligheid – of je goed begrepen wordt -, aandacht voor cultuursensitief werken in het bereiken van mensen, kritisch bekijken of het bij de communicatie schort aan de professional of aan de ouder, het vertrouwen in de hulpverlening herstellen, de rol van scholen bekijken en betere communicatie met beleidsmensen, opdat signalen goed aankomen.

Presentaties:

ST-RAW – en daarmee dit eerste geaccrediteerde kennisatelier – wordt mogelijk gemaakt door bijdragen van ZonMw.

Over de auteur Bekijk alle berichten

ST-RAW

De academische werkplaats in Rotterdam ST-RAW wil jeugdigen en gezinnen meer gebruik laten maken van hun eigen kracht. Het motto: ‘zelfredzaam waar het kan, ondersteunen waar het hoort en doorpakken waar het moet.’