Dit rapport bevat een serie portretten van Rotterdamse jongeren en ouders die ondersteuning of jeugdhulp ontvingen in 2014, d.w.z. voor de decentralisatie van de jeugdhulp. Voor deze portretten zijn cliënten, hulpverleners en een of meer personen uit het sociaal netwerk van de cliënt geïnterviewd. De centrale vraag bij deze interviews is hoe jeugdigen en opvoeders het proces van signaleren, toeleiding en hulpverlening ervaren en wat hun ervaring is met integraliteit van zorg, het beroep dat gedaan wordt op hun zelfredzaamheid en de ondersteuning vanuit hun omgeving.
De portretten moeten niet gezien worden als een representatief beeld van het totale jeugdhulpstelsel. Ze zijn vooral illustratief voor een aantal hulpverleningssituaties, waarbij in het huidige jeugdhulpstelsel mogelijk andere keuzes in de hulpverlening gemaakt zouden worden. Het is een verzameling persoonlijke verhalen, die stof tot nadenken biedt bij de discussie over de benodigde transformatie in de jeugdhulpketen. Vooral geschreven voor mensen die beleidsmatig, bestuurlijk, of als hulpverlener te maken hebben met jeugdhulp. Had de hulp eerder gekund? Passender? Integraler? Met een groter beroep op eigen kracht? Welke lessen zijn er uit deze cliëntportretten te leren voor de transformatie? Naast alle beleidsstukken over de transitie geven de portretten bovenal een menselijk beeld van de cliënten waar het tenslotte allemaal om draait. Om de verhalen van de cliënten aan te vullen of te bekrachtigen zijn, met toestemming van henzelf ook interviews afgenomen bij een hulpverlener en soms ook bij iemand uit hun sociale netwerk.
Auteurs: Dick Butte, Petra van de Looij-Jansen, Justine Anschütz (red.)
Opdrachtgever: gemeente Rotterdam, cluster Maatschappelijke Ontwikkeling, directie Jeugd
Uitgave: Onderzoek en Business Intelligence (OBI)